Ontdek hoe fascia, ontwikkelingsbewegingen en het interoceptieve vermogen samenkomen in lichaamsgerichte therapie en TRE®. Met inzichten uit neurowetenschap, somatische psychologie en praktische toepassing in traumaheling
Wat is fascia en waarom noemen sommige onderzoekers het het ‘dertiende orgaan’?
Fascia – het netwerk van bindweefsel dat door het hele lichaam loopt – is veel meer dan een omhulling van spieren. Onderzoekers zoals Michael Wagner stellen dat fascia mogelijk als een volwaardig orgaan beschouwd kan worden vanwege de enorme hoeveelheid informatie die het verwerkt en doorgeeft tussen lichaam en brein (Schleip et al., 2012). Het bevat receptoren, integrines en een complexe extracellulaire matrix die reageren op stress, beweging en emotionele toestand. Tijdens TRE® (Tension & Trauma Releasing Exercises) speelt fascia een centrale rol in het opslaan en loslaten van spierspanning en emotionele lading.
Fascia en botten: het skelet als ‘dichte fascia’
Een verrassend inzicht uit de praktijk is dat botten gezien kunnen worden als ‘dicht fasciaal weefsel’. Stabiliteit en houding worden niet alleen bepaald door het skelet, maar vooral door het fasciale netwerk dat alles in verbinding houdt. Volgens de fascia-expert Robert Schleip is het de fascia die het lichaam letterlijk “samenhoudt” en kracht en veerkracht biedt (Schleip & Müller, 2013).
Emotionele anatomie: de taal van het lichaam
Stanley Keleman, grondlegger van de ‘emotionele anatomie’, toonde aan dat elke emotie gepaard gaat met specifieke spierspanning, houdingen en maar liefst 1400 biochemische reacties (Keleman, 1979). In TRE® wordt dit zichtbaar in trillingen, bewegingen of sensaties die ontstaan als het lichaam zich bevrijdt van ingehouden emoties of beschermingsreacties.
Drie oerbewegingen: reiken, aantrekken en afweren
Tijdens sessies komen vaak drie evolutionaire bewegingen terug: reaching out, pulling in, en pushing away. Deze basale bewegingspatronen liggen aan de basis van onze neurologische en emotionele ontwikkeling en zijn evolutionair verankerd in ons reptielen- en zoogdierenbrein (Porges, 2011; Scaer, 2007). Ze zijn ook nauw verbonden met hechtingspatronen, zoals beschreven in de theorie van Bowlby (1969).
De insula: ons interoceptieve centrum
De insula – een belangrijk gebied in de hersenen – is volledig ontwikkeld rond het vierde levensjaar en speelt een cruciale rol in interoceptie, het voelen van innerlijke sensaties (Craig, 2009). Vroege traumatische ervaringen kunnen de ontwikkeling van de insula verstoren, waardoor het moeilijker wordt om het lichaam te voelen of te reguleren. TRE®, met zijn focus op lichaamsbewustzijn en sensatietracking, ondersteunt het herstel van deze functies.
Seksualiteit, stress en gezondheid
Lichaamsgerichte therapie betrekt ook lichamelijke gezondheid bij emotioneel welzijn. Gezonde functies zoals stoelgang, menstruatie en libido worden in somatisch werk gezien als belangrijke graadmeters voor vitaliteit. Thema’s als masturbatie, seksuele integriteit en grensherstel worden bespreekbaar gemaakt vanuit een context van veiligheid en eigenaarschap, zoals ook wordt aanbevolen in moderne seksuele traumatherapie (van der Kolk, 2014; Ogden et al., 2006).
De rol van aanraking en veiligheid
Veilige aanraking – via CT-vezels die diep verbonden zijn met het autonome zenuwstelsel – blijkt helend te werken als de therapeutische relatie gebaseerd is op toestemming, verbinding en helderheid (McGlone et al., 2014). Deze aanraking beïnvloedt systemen zoals de insula, de vaguszenuw en het limbisch systeem, die allemaal betrokken zijn bij stressregulatie en hechting.
TRE® en structurele spanningspatronen
In sessies wordt onder andere gewerkt met psoas-release, occipitale en cervicale ondersteuning, en het volgen van lichaamsstructuren zoals de iliac crest. Deze technieken helpen bij het loslaten van diepe spierspanning en het herstellen van structurele balans. Voor cliënten met een geschiedenis van trauma is het cruciaal dat dit langzaam, afgestemd en met toestemming gebeurt – vooral online.
Werken met lichaamsstructuren: vier patronen
Er worden vaak vier hoofdstructuren herkend in lichaamswerk: rigid, defiant, swollen en collapsed. Elk van deze patronen geeft informatie over onderliggende overlevingsmechanismen en energieverdeling. Ze laten zien dat het lichaam niet liegt – en dat uiterlijk en innerlijk soms haaks op elkaar staan. Dit model is verwant aan karakterstructuren zoals beschreven door Reich (1945) en Brennan (1987).
Conclusie: lichaamswijsheid als ingang tot herstel
TRE® biedt een manier om de wijsheid van het lichaam te volgen en ruimte te geven aan dat wat gezien wil worden. Door te werken met beweging, fascia, interoceptie en veilige aanraking ontstaat ruimte voor zelfregulatie, herstel en verbinding. Steeds meer onderzoek bevestigt wat lichaamsgerichte therapeuten al jaren weten: het lichaam weet.
Bronnen en literatuur
- Bowlby, J. (1969). Attachment and Loss. London: Hogarth Press.
- Brennan, B. (1987). Hands of Light. Bantam.
- Craig, A. D. (2009). How do you feel—now? The anterior insula and human awareness. Nature Reviews Neuroscience, 10(1), 59–70.
- Keleman, S. (1979). Emotional Anatomy. Center Press.
- McGlone, F., Wessberg, J., & Olausson, H. (2014). Discriminative and affective touch: Sensing and feeling. Neuron, 82(4), 737–755.
- Ogden, P., Minton, K., & Pain, C. (2006). Trauma and the Body: A Sensorimotor Approach to Psychotherapy. Norton.
- Porges, S. W. (2011). The Polyvagal Theory. Norton.
- Reich, W. (1945). Character Analysis. Farrar, Straus and Giroux.
- Scaer, R. (2007). The Body Bears the Burden: Trauma, Dissociation, and Disease. Routledge.
- Schleip, R., Findley, T. W., Chaitow, L., & Huijing, P. A. (2012). Fascia: The Tensional Network of the Human Body. Churchill Livingstone.